Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten. Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger. Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen. Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie. In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.
De politieke situatie onder Prins Willem V
In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over “hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen. De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen). In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.
Het regiment van Pabst
De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel De legerplaatsen van het regiment zijn: 1773 Den Bosch. 1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten 1777 Arnhem Doesburg. 1778 Arnhem. 1779 Groningen en Fort Coevorden. 1780 Groningen. 1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten. 1785 Steenbergen, Den Bosch. 1786 Nijmegen. 1787 Naarden. 1789 Bergen op Zoom. 1790 Vlissingen, Middelburg. 1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee. 1792 Zutphen, Doesburg 1793 Zutphen, Doesburg. 1794 Breda. Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben. In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander. In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats. Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.